Ingrijpen in het rantsoen
Een graasmasker inzetten gebeurt niet zonder reden. Je wilt voorkomen dat jouw paard te veel eet, te dik wordt of ziek wordt door te veel gras (of soms ook hooi).
Het is goed je te realiseren dat je met een graasmasker ingrijpt in het rantsoen van een paard. Waar paarden in het wild zelf verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse benodigde voeding nemen wij, mensen, dit nu van hen over. Nu is dat in het algemeen zo bij gedomesticeerde paarden maar veel dieren kunnen evengoed nog vaak in eigen behoefte voorzien door onbeperkte weidegang of hooivoorziening.
Een uitgebalanceerd rantsoen bevat energie die past bij het verbruik, vezels, eiwitten, vitaminen, mineralen en sporen elementen. Veel rantsoenen hebben helaas te maken met een energie-overschot wat resulteert in het aankomen van lichaamsgewicht. Enerzijds kunnen paarden meer opnemen dan ze nodig hebben, anderzijds ontnemen we vaak de mogelijkheid om meer energie te verbranden.
Denk hierbij aan te weinig arbeid, het opdoen van een deken, lang op stal houden en het ontbreken van voedselschaarste in de winter.
Een graasmasker verlaagt in het rantsoen de hoeveelheid energie maar ook de hoeveelheid vezels en bijkomende nutriënten die tijdens het onbeperkt grazen van gras worden opgenomen. Een paard heeft een minimum hoeveelheid aan ‘droge stof’ nodig, dit is het gedeelte aan voeding zonder water (o.a. vezels).
Bij het inzetten van een graasmasker kan het soms nodig zijn om het rantsoen aan te vullen met o.a. koolhydraat(suiker)-arm hooi om aan de vezelbehoefte te voldoen. Ook heeft een paard vaak behoefte aan extra vitaminen en mineralen.
Het is belangrijk dat ook in een afvalrantsoen alle nutriënten voldoende vertegenwoordigd zijn anders komt het paard in de problemen met zijn (darm)gezondheid.