Is een graasmasker zielig?

Is een graasmasker zielig?

Graasmaskers zijn omstreden. Er zijn veel mensen fel op tegen omdat het de natuur van het paard aantast en veel nadelen kan hebben. De voornaamste reden zou zijn dat het paard geen ‘paard’ meer kan zijn. In het begin maken paarden vaak ook duidelijk het er niet mee eens te zijn. Van briesen en schrapen tot boos en lomp schuurgedrag. Ook paniek of apathie kan voor komen. Onze empathie met het paard is lastig te beteugelen en meer dan eens krijgt een graasmasker de stempel ‘zielig’, maar is dat wel helemaal waar?

Maar wat is zielig nu eigenlijk. Medelijden opwekkend, bedroevend, ellendig, miserabel of erbarmelijk zijn enkele synoniemen die je kunt vinden. Maar is dat wel terecht als je gaat bekijken waarom er wordt gekozen voor een graasmasker?

Natuurlijk is het treurig dat veel beschikbare vormen van huisvesting en weidemanagement en jarenlange manieren van voeden van paarden er voor hebben gezorgd dat heel veel paarden vandaag de dag te dik zijn. Waardoor stofwisselingsproblemen veel vaker voorkomen dan ons lief is (meer dan 50% van de Nederlandse paarden is te dik, waarvan een groot deel ook obees!). Het is een groter geheel waar we maar weinig of heel langzaam invloed op hebben en ondertussen holt de gezondheid van paarden achteruit.

Elk jaar tussen maart en juli worden er weer heel veel paarden hoefbevangen. De omstandigheden hebben het lichaam gedurende jaren onder druk gezet tot het niet meer gaat en de emmer overloopt. Hoefbevangenheid is primair geen aandoening van de ‘hoeven’ maar een uiting van een groot systemisch falen, getriggerd door voeding en stress gedurende een langere tijd. Hoewel het zich acuut openbaart is de endocrinopatische variant van hoefbevangenheid geen acute ziekte maar een situatie die langdurig de tijd heeft gekregen om het paard hoefbevangen te laten raken. Onwetendheid, het negeren van vele signalen van het paard, het toestaan van overgewicht en het onthouden van maatregelen zorgen ervoor dat veel paarden maandenlang door een zeer pijnlijk traject moeten. Een traject met veel pijnstillers, sociaal isolement, honger en veelal ondervoeding (in nuttige nutriënten) en helaas eindigt dat regelmatig in euthanasie omdat er geen verbetering optreedt of de klachten te ernstig zijn.

En dat terwijl het met tijdige maatregelen van bijvoorbeeld een graasmasker en goede voeding voorkomen of verholpen had kunnen worden. Of het paard de kans had gekregen sneller te herstellen.

De gemiddelde tijd die het paard door gaat tot het op dit punt is aanbeland, is verschillend maar met de jaren holt de tijd terug. Waar paarden geboren in de jaren 90 pas tegen de 20 jaar in de problemen kwamen zien we vandaag de dag steeds vaker gevallen van drie jarige leeftijd waarop stofwisselingsproblemen en hoefbevangenheid zich openbaren. Een ernstig zorgwekkende constatering.

De stofwisseling is een serieus probleem geworden. Om te vooromen dat paarden verzanden in langdurige pijnlijke en paard-onterende gezondheidsproblemen die je terecht erbarmelijk of ellendig kunt noemen kan een graasmasker en goede uitkomst bieden daar waar niet veel aan de weide- en huisvestingsomstandigheden gedaan kan worden.

Met een goed en comfortabel graasmasker en een juist beleid van voeding hoeft een graasmasker niet vervelend te zijn. Paarden kunnen participeren in de kudde en kunnen met soortgenoten genieten van weidegang. Natuurlijk is het prettig het gebruik van een graasmasker te zien als tijdelijk hulpmiddel om de tijd naar geoptimaliseerde omstandigheden te overbruggen en te streven naar een situatie waarin je geen graasmasker meer nodig hebt. Maar we moeten niet te naïef zijn en denken dat dat voor elk paard op korte termijn is weggelegd. Daarom is een graasmasker soms een noodzakelijk kwaad die met de juiste keuzes en bewustzijn tot een prima oplossing behoort.

Wanneer is een graasmasker wel zielig?

Een graasmasker wordt wel betreurenswaardig als deze op onjuiste manier wordt toegepast. Waak voor een te klein masker, ernstige schuurwonden of een graasmasker met een te kleine opening ten opzichte van de draagduur waardoor ondervoeding en ongemak in het spijsverteringskanaal ontstaat.

Ook zijn er situaties waarin naar een graasmasker wordt gegrepen terwijl dit niet terecht is. Zoals in deze casus:

Een verzorger melde zich met de vraag voor een geschikt graasmasker voor een shetlander jaarling. De pony had een enorme buik en ging binnenkort voor het eerst(!) de weide op. Had nog nooit vers gras gehad en op Facebook had men een graasmasker aangeraden.

Na het zien van de foto bleek de pony enorm ondervoed (ingevallen achterhand) met een te ronde buik en het dier had een rommelige lange (winter)vacht. Een eiwit tekort kan een dergelijke buik veroorzaken. Het vooroordeel van ‘de te dikke Shetlander’ was hier volkomen onterecht. Door de afwezigheid van vers groen ruwvoer (en de bijbehorende vitaminen, mineralen en eiwitten), uitgebalanceerde bijvoeding voor een opgroeiend dier, en te arm hooi is deze pony in het eerste levensjaar door chronische tekorten in de problemen gekomen. Uiteraard is geadviseerd eerst een dierenarts te laten komen.

Naast deze casus zijn er nog enkele situaties waarin een graasmasker een minder goed idee is, meer informatie hierover volgt binnenkort middels een apart artikel.