Totaalplaatje

Met deze acht tips zorg je dat het totaalrantsoen klopt bij het gebruik van een graasmasker

Voeding is intens belangrijk voor de gezondheid en omdat je met een graasmasker heel duidelijk ingrijpt in een stuk voeding waarbij het graasmasker een breder effect kan hebben dan enkel voedingsinname beperken, is het noodzakelijk dat deze maatregel ook echt zoden aan de dijk zet betreffende de gezondheid. Het graasmasker moet nut hebben, neem daarom je rantsoen grondig onder de loep om ‘valsspelende suikers’ op te sporen en je paard gezonder te gaan voeren. Ga bij voorkeur eens even helemaal terug naar de basis van ruwvoer en een balancer, en laat andere mogelijk verstorende producten achterwege.

Je kunt het totaal rantsoen beoordelen op de volgende acht punten:

1: Suikers verlagen, lees het etiket!

Het primaire doel van het graasmasker is het verminderen van de opname van suikers uit gras. Zorg er dan ook voor dat de overige voeding hiermee in lijn staat. Suiker kent vele benamingen maar stoffen die in het lichaam hetzelfde effect hebben zijn zetmelen.

Veel gebruikte ingredienten in paardenvoeding zijn granen en mais. Beide hoog in het aandeel van zetmeel. Granen die je tegen kunt komen: tarwe, gerst, spelt, haver, rogge, etc. soms in een afgeleide er van. Naast dat granen en mais veel zetmeel bevatten hebben ze meer negatieve effecten op de stofwisseling. Belangrijk blijft dat je het etiket van de zak leest en checkt hoeveel suiker + zetmeel hierin zit (ook al vermeldt de zak op de vookant: ‘laag in suiker’!). En check ook de ingrediëntenlijst op de aanwezigheid van granen etc. Veel voeders hebben een suiker-, en zetmeelpercentage van om en nabij de 30% en dat is heel erg veel. Een basis of sportbrok bevat per kilo relatief weinig vitaminen en mineralen. Om je paard voldoende te voorzien in een adequate aanvulling van nutriënten zal je per dag meerde kilo’s moeten geven. Reken maar uit wat dat met het suiker en zetmeel percentage doet. In het geval van een aanbeveling van 3 kg brok per dag, geef je al bijna een kilo aan suiker…. per dag….

Vaak zijn we dan geneigd maar een handje te geven, maar helaas kun je hiermee de behoefte van je paard aan vitaminen en mineralen niet dekken.

Andere stoffen die je bij voorkeur vermijdt zijn (lijst is zeker niet volledig): (riet)melasse, stropen, dextrose, maisvoermeel, maltodextrine etc.

2: Vermijd ‘ondervoeding’ en geef voldoende vitaminen en mineralen!

Een regulier voeder helpt je vaak niet mee, kies daarom voor een voeder laag in suiker en zetmeel (bij voorkeur onder de 5%) of een kwalitatieve balancer. Dit is een geconcentreerd vitamine-, en mineralenbrokje zonder de granen en bijkomende ’energie’. Hiervan heeft je paard, afhankelijk van het merk, enkel een paar honderd gram per dag nodig. Je kunt dit een beetje opleuken met een grasbrokje of bijv. een handje gezonde muesli zonder toegevoegde vitaminen, mais en granen etc. Dan weet je zeker dat je je paard voorziet in de belangrijkste nutriënten die hij vaak, in het geval van overgewicht en mogelijke aanverwante gezondheidssituaties, zo hard nodig heeft.

Enkele tips bij het maken van een goede keuze voor een balancer:

  • Kies voor één product die de voeding compleet aanvult. Dan voorkom je dat je onbedoeld verschillende balancers of vitamine preparaten gaat combineren en gaat overdoseren.
  • Zorg dat je balancer niet alleen mineralen bevat maar ook vitaminen (met name A,D,E maar C is ook geen overbodige luxe)!

Voorbeelden van enkele geschikte balancers die je met een gerust hart kunt voeren: Equilin balancer evt. i.c.m. Equilin Basic, Vitalbix daily complete (of de timothee variant), Agrobs Natuurmineral.

3: Voldoende geschikt ruwvoer

Als je paard minder volume op de weide kan eten betekent dit vaak dat hij extra ruwvoer nodig heeft. Hij heeft immers voldoende vezels nodig om zijn maag en darmstelsel gezond te houden. Je kunt helaas niet minder geven dan het algemene ruwvoer advies van ten minste 1,5% van het lichaamsgewicht op ‘droge stof’ basis, per dag (inclusief opgenomen gedurende weidegang).

‘Op droge stof basis’ houdt in: Het gewicht van het ruwvoer waar het water uit is onttrokken.

Droog onverpakt hooi heeft een gemiddeld droge stof percentage van 80%

Bij verpakte ruwvoeders (voordroog) is dit tussen de 55-75% (hoe vochtiger hoe meer je moet voeren! De stofwisseling heeft de voorkeur voor droog hooi, maar die keuze is niet voor iedereen voor handen).

Omdat ook hier weer het suikerpercentage zo belangrijk is, en al helemaal omdat de hoeveelheden van verstrekt ruwvoer in de kilo’s loopt, is het verstandig om je ruwvoer te laten analyseren. Je kunt helaas niet aan de buitenkant zien wat het suikerpercentage is. Al ziet het en nog zo goed uit en ruikt het lekker, een analyse vertelt je pas echt wat er in zit. Probeer je al langer het gewicht van je paard naar beneden te krijgen maar lukt het nog niet zo goed? Dan is een beperkte hooianalyse altijd de eerste stap. De Pavo Quickscan is een fijne, toegankelijke en betaalbare analyse. Verstrek bij voorkeur hooi met een suiker percentage rond de 7%, 5% is helemaal mooi, als je het kunt vinden!  Maar in ieder geval niet hoger dan 10%.

4: Aanvullen van gemiste nutriënten uit minder gras en verhogen van diversiteit door ander vers groen ruwvoer!

Vaak hebben paarden in de weide niet zo veel keuze in welke plantjes ze eten, vaak is het gras en af en toe een beetje ‘onkruid’. In de natuur eten paarden veel meer verschillende soorten gewassen die elk grote voordelen hebben voor de gezondheid. Vers groen ruwvoer is de basis voor elk paard. Maar met een graasmasker en een weide met weinig keuze kun je hierin niet zo goed voorzien. Pluk daarom in de natuur of uit de tuin andere geschikte planten die in het rantsoen van je paard een waardevolle aanvulling zijn! Weet je niet zo goed wat je kunt plukken? Met deze wildplukkaarten van Ukkies paddock Paradise, of de jaarkalender van Paarden&Plant kun je een veilige start maken.

5: Laat overige supplementen zo veel mogelijk achterwege

Veel potjes met poedertjes beloven van alles maar voor je het koopt kijk ook hier kritisch naar de samenstelling. Veel supplementen worden op smaak gebracht met suikerachtige stoffen als smaakmaker. Daarnaast bevatten veel supplementen ook veel verstorende bijproducten of conserveermiddelen. En of ze nou echt doen wat ze beloven… een gezonde stofwisseling en een gezonde darmflora staan aan de basis van een gezond paard. Als je het lichaam niet wilt overladen met stofjes waar het iets mee moet maar niet veel aan heeft, ga dan even terug naar de basis. Zorg eerst dat de basisprocessen weer kunnen gaan werken, dat zal een groter effect hebben dan menig potje met poeder. Wil je toch iets extra’s geven, kies dan voor een kwaliteitsvol product van een goed merk wat de natuur van het paard respecteert. En kies bij voorkeur één product tegelijk en geef dit niet een te lange tijd achtereen.

6: Kies verantwoorde extra’s als je zelf je paard toch iets wil toestoppen

Een halve wortel, of een handje grasbrokjes voegen in het totaalplaatje niet veel toe. Maar houd het daar ook bij. Vergeet ook je trainingsmethode niet. Clickertraining is enorm populair en de laatste jaren in bekendheid gegroeid. Maar er gaat veel voeding doorheen. Kies ook hier weer geschikte soorten brokjes, zonder suiker en zetmeel. Als je paard moet afvallen, neem ook dit deel van de voeding mee in het bepalen van het totaalrantsoen.

7: Zorg dat je zelf controle hebt over wat je paard eet!

Weet wat er bij je paard naar binnengaat! Komen er vaak wandelaars langs de weide of sta je op een manege die veel bezoekers trekt? Laat ze met een duidelijk stal- of weidebordje weten dat het niet wenselijk is dat ze je paard iets te eten geven. Daarnaast is het fijn om met je staleigenaar je genomen rantsoen- of graasmaskermaatregelen en de noodzaak ervan te bespreken.

8: Vind je het lastig en zie je door de bomen het bos niet meer?

Wil je het completer aanpakken en zeker weten dat je niets over het hoofd ziet? Vraag dan een voedingsadvies aan. Hierin kunnen we je gericht helpen en bij een uitgebreider advies kunnen we ook kijken naar een specifieke aansturing binnen de stofwisseling waardoor je paard meer baat heeft bij het ingeslagen pad. We bekijken je paard door ‘epigenetische’ ogen. Dat wil zeggen dat we kijken naar hoe het paard op DNA-niveau, dus ten gevolge van de evolutie, werkt. En welke voeding daarbij het beste past. Dit kunnen we dan met een orthomoleculaire achtergrond specifiek bijsturen. Hier lees je er meer over!